Dunyalar: Gelenek/Traditie

Gelenek is het Turkse woordje voor traditie. Wikipedia zegt hierover: een traditie (latijn: trádere, overleveren) is een gebruik of gewoonte die van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. Naast grote tradities en rituelen heb je de kleine onschuldige tradities die uitgroeien tot familietradities of rituelen van hele volksstammen. Tradities en rituelen waarvan men niet meer weet hoe deze zijn ontstaan. Het elke zondag delen van mijn blog die altijd op eenzelfde manier begint en waarbij ik een woord neem, dat in die week op de een of andere manier veel door mijn hoofd heeft gespookt. Dit is een vast ritueel geworden; het schrijven, delen en daarna het volgen van de reacties, is een fijne traditie geworden. De bedoeling was dat ik de vele verhalen in mijn hoofd en hart graag wilde delen met meerdere mensen. In de familie leidt het tot mooie gesprekken over zaken waar je het niet zo snel over hebt. Hier zit een belofte achter aan mezelf dat ik zeker 52 blogs schrijf met deze opbouw en structuur. Inmiddels is dit blog 39, dus nog 13 te gaan. Wat daarna komt, is nog een grote verrassing voor de lezer maar ook voor mezelf. Het schrijven zal blijven, de vorm en inhoud gaan veranderen.

Tradities die van generatie op generatie worden doorgegeven. Rond mijn 23ste heb ik zo’n traditie op gang gebracht. Het begon tijdens de dagelijkse ochtendwandelingen naar school met mijn twee oudste dochters, ze waren ongeveer 6 en 4 jaar. De afstand naar school was ongeveer 15 minuten. Soms zongen we dan kinderliedjes of we begonnen bij vertrek van ons huis met een zelfbedacht verhaaltje over prinsessen en kikkers, ridders en draken of andere Turkse kindervrienden zoals Keloglan en Nasreddin hoca. Om de beurt vertelden we een stukje van het verhaal en we wisten nooit hoe een verhaal zou eindigen. Je had ook van die ochtenden dat ze alles wat er om hen heen gebeurde wilden snappen en daar dan vragen over gingen stellen.
Tijdens een van deze ochtenden ging de straatverlichting ineens uit. ‘Mama, wie zorgt ervoor dat alle lampjes op straat aan en uit gaan?’ Daar kon ik zo één, twee, drie, geen antwoord op bedenken, dus bedacht ik ter plekke een verhaaltje. Dat verhaaltje ging over de koningin en een knopje naast haar bed. De koningin drukte op het knopje naast haar bed als ze wakker werd. Daar vulden mijn dochters weer op aan. Als ze gaat slapen, drukt ze weer op het knopje en zorgt ze ervoor dat alle lampjes aan gaan. Ik knikte bevestigend, en zo ontstond dus een traditie tussen mijn dochters en mij waarbij als de lampen uitgingen op straat we een vreugdedansje deden omdat de koningin wakker was. Dit hebben we 11 jaar later ook aan mijn jongste dochter verteld. Als we samen zijn en de straatverlichtingen gaan aan, dan denken wij dus aan het koningshuis en komt dit verhaal weer naar boven. Mijn kleindochters hebben we inmiddels ook meegenomen in dit verhaal.

Tradities en rituelen hebben voor mensen met een migratieachtergrond ook nog een andere waarde. Door de tradities vanuit het thuisland een plek te geven in hun nieuwe omgeving creëren ze een nieuw thuisgevoel. Door het kruisen van de tradities van je vaderland en je nieuwe thuis ontstaan er nieuwe rijke tradities. De ramadan die nu in aantocht is, is zo’n traditie wat verder verrijkt is en een nieuwe betekenis heeft gekregen. Ondanks dat het een religieuze inslag heeft, zitten hier ook veel tradities en gewoontes aan vast. In de jaren ‘70 vond de ramadan vooral plaats achter de voordeur. Achter elke voordeur kon het er anders uitzien. Moeders waren druk bezig om calorierijke en bewerkelijke maaltijden te bereiden voor het hele gezin, waarbij je twee of drie keer in die maand gasten te eten had of zelf bij anderen ging eten.

Nu bijna 40 jaar later is in Nederland de ramadan en zijn alle iftars niet meer weg te denken en mag je van geluk spreken als je vijf keer gewoon thuis aan je eigen tafel eet. Er is een hele markt omheen ontstaan. Twee uur voordat het etenstijd is, wat dit jaar tussen 20.30 en 21.00 uur zal zijn, staan er rijen voor de Turkse en Marokkaanse bakkers.  Er zijn producten die specifiek bij deze periode horen en die niet aan te slepen zijn. Voor de Turkse gemeenschap is dat brood waar tahin in verwerkt is, voor de Marokkaanse gemeenschap is dat chebeki. De hongerige ogen zorgen ervoor dat je veel te veel koopt. Als je iets te laat op de dag naar de supermarkt gaat, grijp je standaard mis bij het bladerdeeg en filodeeg. Gisteren was ik al plannen aan het maken over wanneer ik mijn Turkse sigara boregi, Vietnamese loempia’s en de Marokkaanse briwat ga maken voor in de vriezer zodat het minder stressen is als ik van mijn werk kom. De tomaten, selderij, koriander en peterselie stijgen ook standaard iets in prijs omdat de gemiddelde Marokkaan 30 dagen deze ingrediënten gebruikt voor de stevige soep waarmee je je vasten kan verbreken. Wat inmiddels ook een traditie is geworden, zijn de vele iftars buiten de deur van maatschappelijk betrokken partijen die samen met hun buurtgenoten en beroepsgenoten het vasten verbreken. Deze, voor sommige mensen diepgewortelde en voor anderen nieuwe jonge, tradities brengt in deze ene maand de verschillende werelden in ieder geval dichter bij elkaar en is een bron van ingrediënten voor 1000 nieuwe tradities.

Fijne zondag!

Laat een bericht achter

Navigeer