Öğrenmek is het Turkse woord voor leren. Volgens Wikipedia is leren het verwerven van nieuwe of aanpassen van kennis, gedrag en vaardigheden. Leren doe je je hele leven lang. Soms is het een bewuste keuze, en ga je gestructureerd aan de slag. Je bereidt je voor, volgt lessen, stelt vragen en past het daarna toe. Op andere momenten maak je dingen mee. Leuke en minder leuke, en elk succes of falen kan een leermoment zijn.
Toen ik een jaar of 7 was zat ik doordeweeks op een Nederlandse basisschool in de buurt van de witte watertoren, op de zaterdagen op een Turkse school. Op beide scholen had ik het naar mijn zin. Doordeweeks hadden we de kringgesprekken en schoolmelk. We zongen kinderliedjes; mijn favoriet was ‘Berend Botje ging uit varen’. Op de Turkse school zongen we liedjes als ‘kücük kurba’ of ‘Turkmen kizi’. Doordeweeks liepen mijn broer en ik samen naar school en weer terug naar huis. Op zaterdag werden we door mijn vader gebracht en gehaald met het openbaar vervoer, bus 18.
De Turkse school zat ergens in de buurt van het Centraal Station. De school op zich was niet zo bijzonder, maar het feit dat mijn vader ons bracht en aan het eind van de dag voor de deur stond op te wachten was een feest. Op de doordeweekse dagen voelde ik me soms een beetje verloren als ik met mijn broer mee liep, terwijl de andere kinderen van de klas werden opgehaald door de moeders of oma’s. Toen ik ouder werd, een jaar of 8, vond ik school het allerleukst. Ik ging met mijn vriendinnen dansjes oefenen die we dan later voor de hele klas gingen uitvoeren, zonder enkele vorm van gêne. We hadden dan van die strakke broeken aan met hele wijde pijpen. Als we de hele week goed ons best hadden gedaan, mochten we op vrijdagmiddag ook voor de kinderen in de eerste en tweede klas dat dansjes uitvoeren. Wij voelden ons dan heel groot en stoer. Op een gegeven moment besloten mijn ouders om te verhuizen naar de andere kant van de stad. Dit was ook het moment dat mijn broer naar het voortgezet onderwijs ging en moest ik voor het eerst alleen naar school. Dit was een heel andere soort school waar ik geen vriendinnen had en er geen tijd was voor dansjes. Ik viel op in de klas door mijn lange zwarte vlechten. Mijn lichaam veranderde vrij snel. Er begonnen rondingen zichtbaar te worden. Het voelde alsof ik gevangen zat in een lichaam dat ik niet kende, dat ronddwaalde in een omgeving die ik ook niet kende.
Eenmaal terug in Nederland mocht ik niet meer naar school
Mijn broer die op dit soort momenten mij bij de hand nam en meestal precies wist hoe het werkte, was er niet meer. Dus moest ik dit in mijn eentje ontdekken. Het leren van schoolse dingen zoals taal, tafels, aardrijkskunde etc. lukte niet meer, want ik was bezig met zo min mogelijk op te vallen.
Ik was geen klein meisje meer. Mijn gedrag was kinderlijk, maar het lijf paste daar niet meer zo goed bij. We woonden nu in een groenere omgeving en buiten spelen was in de bosjes ravotten. In deze nieuwe buurt woonden ook andere Turkse gezinnen. Deze vonden het niet gepast dat ik buiten speelde, want ik was geen klein meisje meer. Mei1980 zat ik in de vijfde klas en was 11 jaar en 2 maanden, toen mijn vader op een dag van zijn werk kwam en meldde dat we eerder op vakantie zouden gaan naar Turkije. Drie dagen later vertrokken we naar Turkije voor zes weken. Tijdens deze vakantie is mijn zus getrouwd en eenmaal terug in Nederland mocht ik niet meer naar school. De eerste dagen vond ik dat niet zo erg. Ik miste het niet. Toen de dagen veranderde in maanden en de maanden in jaren merkte ik dat er een deel in mij, het meisje dat kon playbacken en dansen voor de groep en hier de grootste lol aan beleefde, aan het afsterven was. Ongemerkt, beetje voor beetje. Sommige delen zijn jaren later weer tot leven gekomen en sommige definitief uitgestorven.
Jaren later heb ik de weg naar school weer gevonden. Zonder mijn broer en zonder ouders die mij in de gaten hielden. Als volwassen vrouw en moeder. Ook hier werden geen dansjes ingestudeerd en liedjes gezongen. In de klas zaten andere volwassen mensen met verhalen die mijlenver van de mijne stonden. In die tijd heb ik geprobeerd om mijn verhalen weg te stoppen, te doen alsof deze er niet waren. Er ontstonden nieuwe verhoudingen met mensen die geen familie zijn maar waarmee ik me verbonden ging voelen. De ik in het verre verleden en de ik in het hier en nu, hoe verhouden die zich tot elkaar? De nieuwe ik en de nieuwe anderen, hoe verhouden die zich tot elkaar? Mijn dierbaren, de nieuwe anderen en de nieuwe ik, hoe verhouden wij ons tot elkaar? Elke keer komt er een nieuwe dimensie bij. Op het moment dat ik denk dat ik het door heb, komt er weer iets nieuws bij. Dat is de les van het leven en het never ending leren.
In het hier en nu ben ik bezig om mijn CV nog meer kleur te geven door verschillende trainingen en cursussen te volgen. Afgelopen week heb ik een training gevolgd die voor een deel heel vertrouwd voelde maar ook weer niet. Het zijn nu nog wazige en vage inzichten wat verdere rijping en gisting vraagt waardoor ik het nog onvoldoende kan reproduceren. Het geleerde rondom Deep Democracy moet nog indalen van mijn hoofd naar mijn buik. Ik moet er nog op herkauwen. Nalezen, vragen over stellen en oefenen. Ik kom er zeker nog wel een keer in mijn blogs op terug. Het is bijzonder om te merken hoe je met acht totaal vreemde mensen rond een onderwerp dichter bij elkaar komt, waarbij je sommigen misschien wel een warme knuffel wil geven omdat je dingen in ze hebt gezien die je raken. In mijn nieuwe levensfase waarbij ik vind dat mijn verhaal goed is zoals het is en ik mijn eigen manier van leren heb ontdekt waarbij ik de keus heb gemaakt om achterover te leunen en het geheel op me te laten inwerken. Voor de verandering had ik geen pen en kladblok mee zodat ik in plaats van op mijn papier ik de focus op de trainer en de groep kon houden. Het opschrijven heb ik gedaan nadat ik thuis was. Wat had ik gezien, gehoord en gedaan, wat waren de nieuwe inzichten? Hier zal ik de komende weken zo nu en dan wat bij schrijven. De trainer was een kei in het laten vallen van stiltes en ongezegde woorden naar boven halen. Het voelde als een wollen trui op je blote huid heel ongemakkelijk maar ook warm en zacht soms prikkelerig, waardoor beweging ontstond, waardoor je vanzelf laag voor laag de diepte in ging en uitgenodigd werd om te praten en mee te doen.