Secim is het Turkse woord voor keuze. Volgens Wikipedia: “een keuze is het resultaat van een cognitief proces waarbij de merites van meerdere keuzemogelijkheden tegen elkaar worden afgewogen. Een keuze resulteert in de selectie van een van de meerdere keuzemogelijkheden”.
Zo’n complexe uitleg van iets wat we misschien wel honderd keer op een dag doen. Het begint al als de wekker afgaat in de ochtend. Sta je meteen op, of heb je de snoozer aan. De rest van de dag bestaat uit tal van momenten waarop je verschillende afwegingen maakt en tot alledaagse keuzes komt.
Ontbijt ik met een boterham of een schaaltje yoghurt, neem ik thee of koffie? Naast deze geautomatiseerde alledaagse keuzes, heb je nog de keuzes waar je soms wat langer over moet nadenken. In de meeste gevallen gaat het dan om de types die ook anderen treffen, of die op de lange termijn consequenties hebben. Hoe komt men tot deze keuzes? Nog belangrijker, hoe kom ik tot deze keuzes?
In de streek waar mijn wieg heeft gestaan, moet je bij deze niet geautomatiseerde keuzes ook het belang van de gemeenschap in acht nemen. Er zit een soort volgorde in. De belangen van de (schoon)familie, de gemeenschap, de lange termijn en dan pas je eigen belangen. Zonder dat je het in de gaten hebt, ontstaat er een gevoel dat je geen keus hebt. Dit gevoel is mij niet vreemd. Tot mijn vierentwintigste heb ik vaak het gevoel gehad alsof ik werd vastgehouden met onzichtbare ketens. Soms bewogen ze mee alsof ze elastisch waren. Het ging dan om kleine millimeters. Wanneer ik ze iets te ver oprekte, werd ik teruggeworpen tegen de ijzige stenen muur waar deze onzichtbare ketens aan vastzaten. De licht rekbare ketens waren gemaakt van ayip en el alem.
Mijn keel werd dichtgeknepen. Ik moest naar buiten.
Je ontwikkelt een groepsidentiteit waarbij de ‘ik’ een nietig onderdeel is. Met wie en wanneer je trouwt of een relatie aangaat, waar en wat je studeert, of je studeert, waar je huis staat. Het moet allemaal in het belang van de familie, gemeenschap etc. zijn.
Op mijn negentiende begon ik met het oprekken van de onzichtbare ketens. Het begon op het moment dat mijn tweede dochter van de borst af was. Ik stapte met de kinderwagen en een peuter aan de hand het arbeidsbureau binnen, trok een nummer en kreeg een formulier in handen dat ik moest invullen. Het eerste deel ging prima want daar ging het om de feiten; naam, adres, geslacht, burgerlijke staat en meer van deze vragen. Daarna werd het interessanter. Opleiding, werkervaring en wat ik zou willen. Bij de eerste twee vragen zette ik een kruis, de andere vraag kon ik niet invullen. Mijn brein was niet gewend aan dit soort vragen.
De nummers gingen best snel en naarmate mijn nummer dichterbij kwam, kreeg ik het benauwder. Mijn peuter werd hierdoor drukker en de baby begon te huilen. Mijn keel werd dichtgeknepen. Ik moest naar buiten. Ik ruilde mijn nummer met iemand die later binnenkwam en ben met knikkende knieën naar buiten gelopen. Frisse lucht moest ik hebben. Het begon me te duizelen. Wie en wat ben ik? En wat doe ik in godsnaam hier? Wat vinden mijn ouders, mijn schoonfamilie en wat vinden de vrienden van mijn ouders en schoonfamilie ervan? Ik heb het op het lopen gezet. Thuis de kinderen ingestopt voor een middagdutje en een uur voor me uitgestaard. ‘Morgen probeer ik het nog een keer’, nam ik mezelf voor. In werkelijkheid ben ik twee weken later pas weer het arbeidsbureau binnengestapt.
Twee weken heb ik nagedacht over de vraag ‘wat wil ik?’ Zelfs mijn dromen gingen over deze vraag. Wat wil ik? Hoe wil ik het? Wanneer wil ik het? En ‘het’ kon van alles zijn. Werk, school, waar ik mijn bank neerzet, wat ik kook vanavond. Bij alles wat ik deed, werd ik me steeds bewuster van deze vraag. Het werd een spel, wat veranderde in een strijd. Op het antwoord kwam ik meestal door weg te strepen wat ik niet wilde. Op mijn vierentwintigste heb ik mijn eerste drastische keuze gemaakt. Dat was dat ik het behalen van mijn diploma centraal zou laten staan. Daarna volgden meerdere grote keuzes. Sommige keuzes hebben vergaande consequenties gehad voor mij, mijn kinderen, mijn familie en de rest van de gemeenschap waar ik onderdeel van was. De komende weken zal ik daar zeker over bloggen.
Gisteren was een van de schaarse momenten dat mijn drie dochters bij elkaar waren. Met trots en ontroering heb ik ze gadegeslagen. Ze hebben hun eigen strubbelingen waar ze zich doorheen slaan. Ieder op haar eigen unieke manier. Het antwoord op ‘wat wil ik?’ schudden deze dames zo uit hun mouw. Tevreden denk ik terug aan al mijn moeilijke keuzes, en als ik hun zo zie, weet ik zeker dat ik de juiste keuzes heb gemaakt.
Fijne zondag en tot volgende week!