Een tijdje terug ben ik een avondje uit geweest. Nou, eigenlijk een nachtje, bleek later. Een kort nachtje, dat wel. Maar even serieus, lieve mensen, dat kan ik gewoon niet meer. #ireallycannotgewoon
De laatste keer dat ik aan het nachtbraken was, niet te verwarren met ’s nachts je bed uit moeten om je kind te voeden of te troosten, is alweer heel wat jaren geleden. Tijdens een soort van tweede jeugd ontdekte ik opnieuw het nachtleven. Onvermoeibaar hopte ik in mijn kindloze weekenden van de ene club naar de andere club. Ik werd zo goed als de belichaming van het begrip FOMO, Fear Of Missing Out. Nadat ik was genezen van deze clubbing fever en de stabiliteit in mijn leven was wedergekeerd, vond ik het weer heerlijk om thuis de weekenden en nachten door te brengen.
Tegenwoordig beperkt uitgaan zich tot gezellige dineetjes in fijne restaurantjes met mijn gezin, familie of een goede vriendin, en heel af en toe kruip ik mijn grot uit voor een drankje in de stad. Zolang ik om 1 uur ’s nachts in mijn bed lig, is er weinig aan de hand en ben ik de volgende dag weer zo fit als een hoentje.
Terug naar het betreffende stapavondje..nachtje..uurtje..whatever…Het gaat hier niet om een random clubavond, maar een evenement, een feest.
Tot mijn grote schrik zie ik heel laat dat het hele gebeuren pas om middernacht begint, terwijl ik dacht dat ik dan wel weer thuis zou zijn. De twijfel om te gaan slaat alsnog toe, zeker nu ik ook zie dat het eindigt op een tijdstip dat de eerste vogeltjes de nieuwe dag vrolijk toezingen.
In de loop van de avond neem ik een besluit. Ik ga een paar uurtjes en slaap dan de volgende dag zo lang mogelijk uit, zodat ik alsnog fris op mijn zakelijke afspraak kan verschijnen.
Ik zet de wekker om twaalf uur ’s nachts en val al snel op de bank in slaap. Het is immers 22:00 uur, voor mij een normale tijd om naar bed te gaan, zelfs op de vrijdag. Als de wekker af gaat, maak ik van de snooze functie geen gebruik om het risico weer in slaap te vallen zo klein mogelijk te maken.
Slaapdronken wandel ik langzaam richting de badkamer. Het scherm van mijn telefoon licht op. Ik word over 30 minuten opgehaald. Moet ik nog haasten ook. Mijn outfitje heb ik gelukkig al klaar liggen. Geen spannend jurkje met daaronder stiletto pumps met een hak van 15 cm, like the old days, maar een eenvoudig setje: zwarte skinny jeans, zwart colbertje, wit shirtje en zwarte enkellaarsjes. Grote goudkleurige creolen in mijn oren, make up, haren los en klaar.
Ik voel me ineens oud, saai en hopeloos ouderwets.
Eenmaal beneden gekomen, zie ik de auto al staan. Het raam gaat naar beneden.
‘Zo! Jij ziet er ook uit alsof je net wakker bent.’ Altijd lekker direct, die neef van me. De laag make up heeft de wallen onder mijn ogen kennelijk niet goed gedekt, is mijn conclusie.
‘Nou dat klopt’, antwoord ik droog terwijl ik de auto instap. ‘Ben ook nog niet zo heel lang wakker.’
Aangekomen bij de club heeft de host moeite met het spellen van mijn voornaam. Dit verbaast me nogal omdat ik in tegenstelling tot vele leeftijdsgenoten met dezelfde culturele achtergrond, een oerdegelijke en gemakkelijke naam heb: Annet. A-n-n-e-t, ik help hem even.
Binnen valt mijn oog al snel op de vele jonge, slanke vrouwen in kittige jurkjes, laag uitgesneden decolleté’s en perfect gekapte haren, al dan niet opgevuld met haarstukken om het geheel nog weelderiger te maken. De make up heeft een hoog pitspoes-gehalte. Volle en lange wimpers waar geen mascara aan te pas is gekomen en lippen, glanzend van de gloss, die opgevuld lijken met binnenbandjes van een fiets.
De diva’s ondergaan een vleeskeuring door mannen die her en der in kleine groepjes opgesteld staan en dorstig naar ze kijken. Je ziet ze bijna denken: ‘Met wie ga ik mee naar huis?’
Een groepje vrouwen, van rond de veertig, heeft een girls night out. Ze rollen tipsy en gierend van het lachen voor de zoveelste keer de fotobooth uit. Luidruchtig klagend over hoe vre-se-lijk ze op de foto staan. ‘Oh my god, kijk mijn hoooooofd op deze foto! Dat kan eeeeecht niet!’
Op de dansvloer wordt heftig geflirt. Een man en een vrouw (geen idee of ze elkaar kennen) bewegen zich kronkelend om elkaar hen en het hele tafereel heeft het meest weg van een parendans. Weer andere dames kijken met een wulpse blik voor zich uit, terwijl ze binnen een straal van een kleine meter wild draaiend hun danspasjes maken. Ze gaan volledig op in hun eigen wereld.
Ik voel me ineens oud, saai en hopeloos ouderwets. En dat gevoel houdt zo’n beetje de hele tijd aan.
‘Je bent zo ingetogen’, merkt een oude kennis op. Ik kijk naar de tijd op mijn telefoon. 2:30 uur. ‘Ja dat kan kloppen’, zeg ik. ‘Dit is de tijd dat ik normaal slaap, dus ik zit in een soort slaapmodus.’
Ze kijkt me aan alsof ze vuur ziet branden en draait zich om, op zoek naar een andere gesprekspartner. Shotjes en andere alcoholische drankjes sla ik beleefd af, maar moet de aanbieders wel even verklaren waarom ik geen alcohol drink.
Omdat ik voel dat mijn mood niet zal veranderen, taai ik nog geen uur later af.
De volgende ochtend voel ik me brak, alsof ik een kater heb. Best knap voor iemand die geen alcohol heeft gedronken.
Ik plof neer op de bank en kom er alleen af om te douchen, te eten of drinken te pakken, tot ik het tijd vind om mijn mandje op te zoeken.
In gedachten ga ik nog even terug naar de avond ervoor waarop ik als een bejaarde tussen een publiek wandel op een feestje waar ik niet thuis hoor. En vergis je niet in mij, hoor; ik hou echt wel van een feestje, alleen dit was niet my cup of tea.
Of zoals Danny Glover zou zeggen in Lethal Weapon (ja, inderdaad zo oud ben ik..): ‘I am too old for that shit.’