‘Ik heb zo’n goed leven, hoe kan ík nou depressief worden.’

Shaneequa voelde in haar tienerjaren steeds vaker negatieve gedachten opkomen. Naarmate de tijd verstreek, werden deze gedachten sterker en voordat het ze het wist zat zij met een depressie thuis. Aan Society 8 vertelt ze hoe ze door deze moeilijke periode is gekomen.

JEUGD Shaneequa groeide, ondanks dat ze even in Hoorn en Zaandam heeft gewoond, op in Amsterdam. Hoewel zij enig kind is, was er altijd veel contact met de familie, voornamelijk met die van moeders kant. ‘Op de basisschool werd ik veel gepest. Thuis had ik het echter fijn en waren er niet veel problemen. Tot een jaar of tien was ik altijd een druk en vrolijk kind dat haar levensdoelen al had uitgestippeld. Daarna werd ik steeds rustiger. Ik kan me niet herinneren dat ik heel veel buiten speelde tijdens mijn kindertijd. Soms moesten mijn ouders mij zelfs aansporen om naar buiten te gaan. Ik las liever een boek, keek televisie of kamde de haren van mijn poppen. Ook hield ik ervan om telkens op te ruimen of mijn kamer te reorganiseren. I know I was such a nerd. School was altijd erg belangrijk voor mij, ik was echt een strebertje. Mijn doel was om na mijn studie te gaan werken en ik streefde naar een succesvolle carrière, vol met promoties binnen een bedrijf.’

De gedachte aan de periode dat ze gepest werd, werd steeds sterker toen Shaneequa naar de middelbare school ging. ‘De puberteit zorgde ook wel voor wat roering, zowel thuis als in mijn sociale leven. Volgens mijn vader heb ik geen last gehad van een echte puberteit, maar ik weet zeker dat als je dezelfde vraag aan mijn moeder stelt, zij een heel ander antwoord geeft. Ik maakte redelijk vaak ruzie met mijn moeder omdat ik een vrijere opvoeding wilde dan dat zij wilde hanteren.’

Tijdens haar tienerjaren creëerde zij haar eerste negatieve gedachten over het leven en over het niet willen leven. ‘Dit kwam voornamelijk door de battle die ik in mijn hoofd voerde. Mijn negatieve gedachten gingen over mijn leven en de dingen die ik wilde doen. Ik voelde mij belemmerd en niet serieus genomen. Naar mijn idee was ik vrij zelfstandig, dat was ook wat iedereen ook altijd over mij zei. Dus ik vond mezelf volwassen genoeg om bepaalde keuzes te maken of bepaalde dingen te doen. Helaas dachten mijn ouders er destijds anders over. Ik denk dat ik tijdens mijn tienerjaren sterk heb ervaren hoe negatief het kan zijn om streng opgevoed te worden in een hele vrije maatschappij. Destijds beleefde ik dat zo negatief, in de breedste zin van het woord, dat ik tegen mezelf zei dat ik op deze manier niet hoef te leven, want ik heb niet gekozen om te leven. Het was namelijk telkens een strijd met mijn ouders over wat wel kan en mag en wat niet. Nu kijk ik wel anders naar de strenge opvoeding die ik had en heb ik er meer begrip voor. Desondanks ben ik het nog steeds oneens over bepaalde keuzes die gemaakt zijn vanuit mijn opvoeding.’

Tien keer. Daarna zou ik wel genezen zijn, dacht ik.

BERGAFWAARTS ‘Mijn ouders werden in 2010 beiden ziek. Eerst kreeg mijn vader te horen dat hij een tumor op zijn hypofyse had. Het was goedaardig maar hij moest geopereerd worden. En geen enkele operatie aan hoofd of hersenen is zonder risico. Daarnaast kreeg mijn moeder twee weken later te horen dat zij borstkanker had. Bij haar was het helaas wel kwaadaardig. Eerst werd zij bestraald en moest zij daarna een chemokuur ondergaan. Ik ben enig kind waardoor er opeens veel op me af kwam. Mijn beschermde, veilige leuke bel waarin ik leefde, barstte opeens. Ik ben mentaal in een sneltrein gestapt en ben na bijna een jaar pas uit die roes gekomen. Op dat moment dacht ik opeens ‘what the fuck’ is er gebeurd? Veel van die periode kan ik mij niet eens herinneren. Ik weet bijvoorbeeld ook niet eens wie voorstelde dat ik met een psycholoog moest gaan praten. Ik denk dat het de huisarts was. Ik had namelijk opeens last van gewichtsschommelingen en ik was erg vergeetachtig. Zij legde toen uit wat voor impact de situatie had gehad op mijn mentale en fysieke gesteldheid en wellicht was t een idee om met iemand te gaan praten. In ieder geval ben ik uiteindelijk terecht gekomen bij een psycholoog in het centrum van Amsterdam en daar heb ik een aantal sessies gehad. Omdat ik ruzie kreeg met mijn beste vriend met wie ik toen ook samenwoonde, gingen de sessies meer over die ruzies dan over de situatie met mijn ouders. Mijn ouders zeiden dat ik niet te lang in die situatie moest blijven hangen dus ik dacht dat het na tien sessies wel goed zou zijn. Dat was ook het aantal wat de verzekering zou vergoeden, dus dat had ik in mijn hoofd geprent. Tien keer, daarna zou ik wel genezen zijn, dacht ik. Althans, ik heb het gewoon zo opgevat en heb er verder nooit echt over nagedacht. Na misschien 6 keer geweest te zijn voelde ik mij genezen en ben ik gestopt. Op dat moment voelde ik mij ook wel beter.’

BREAKDOWN In de jaren die volgden studeerde ik af, ben ik direct gaan werken en ben ik verder gegaan met het plan dat ik als kind al had en dat was een goede carrière maken. En dat ging heel goed. Ik startte op bij een verzekeringsmaatschappij, maar stapte over naar een recruitment agency vanwege een beter toekomstperspectief. Al na zeven maanden kreeg ik mijn eerste promotie. Maar na anderhalf jaar zat ik er compleet doorheen. En na het telefoontje wat ik in die periode op een dag kreeg, voelde ik mij erg zwak en begon aan alles te twijfelen. Het belletje kwam van een familielid dat mij zei dat mijn relatie met mijn vriend geen stand zou houden. Hoewel zij dat tegen meerdere mensen heeft gezegd en ik teveel heb meegemaakt met mijn vriend om niet te twijfelen aan onze relatie, voelde ik me heel wankel en onzeker. Ik heb het hem diezelfde dag verteld. Hij was de eerste die zei dat het leek alsof ik tegen een burn out zat. Dat wilde ik niet geloven omdat ik mijzelf zag als iemand met een sterke persoonlijkheid.’ Maar ook haar vader uitte zijn zorgen en kreeg de indruk dat ze een burn out had en adviseerde haar om te stoppen met werken. Een advies dat zij opvolgde. ‘Na twee weken thuis zitten, had ik nog steeds geen idee over mijn leven en toen wist ik dat er echt iets goed fout zat. Ik raakte in paniek en vervolgens kon ik alleen maar huilen. Ik voelde mij moedeloos, down, depri, ik had totaal geen puf…kortom alleen maar negatieve emoties.’

Dat het niet zomaar een dipje was, werd steeds duidelijker voor Shaneequa. ‘Ik reageerde paniekerig en angstig, want ik wist niet wat ik moest doen en de rest om mij heen ook niet. Er ging van alles door me heen. Ik heb zo’n goed leven, hoe kan ík nou depressief worden. Ik ben sterk, ik ben niet depri of down, ik moet gewoon een goed plan bedenken en dat uitvoeren. Ik had constant een discussie met mezelf omdat ik het onzin vond dat ik mij zo voelde. Ergens had ik denk ik ook geen zin om ermee te dealen. Ik wilde gewoon alle negatieve gebeurtenissen achter me laten en doorgaan. Maar ik zag niet in dat ik niet door kon gaan en ik toch echt eerst alles moest gaan verwerken.’

Ik schaamde me op een bepaalde manier want ik zag mezelf altijd als iemand met een sterk karakter.

STEUN Mijn vader en vriend waren de eersten die zeiden dat stoppen met werken een goed idee zou zijn. Zij hebben mij ook echt ervan moeten overtuigen dat ik niet door kon gaan op de manier waarop ik leefde. Ik leefde echt voor anderen. Alles wat ik echt leuk vond, deed ik niet meer of heel weinig. Zij hebben mij echt een spiegel voor moeten houden zodat ik kon inzien dat ik helemaal niet goed bezig was voor mezelf als persoon. Eerst zei mijn vriend het, maar ik dacht nog: ‘Jij hebt makkelijk praten. Weet je wat voor gezeik en scheve gezichten ik ga krijgen als ik stop met werken.’ Toen mijn vader met hetzelfde advies kwam, was ik wel verbaasd omdat ik niet had verwacht dat ze me daarin zouden ondersteunen. De gedachte om te stoppen met werken was ook in mijn hoofd opgekomen, maar het idee om dat met mijn ouders te bespreken, heb ik dat snel weer weggestopt. Ik leefde voor anderen en dacht dus ook meteen aan wat anderen ervan zouden denken en zeggen. Mensen noemen mij al mijn hele leven een verwend kind omdat ik geen broers of zussen heb, dus in mijn ogen kon ik nu niet gaan zeggen dat ik het even allemaal niet meer trek. Ik schaamde me op een bepaalde manier want ik zag mezelf altijd als iemand met een sterk karakter. In eerste instantie vond ik het zelf niet okee dat ik depressief was of me niet goed voelde.’

‘Nadat ik overtuigd was door de twee mannen in mijn leven, ben ik gestopt en voelde ik de steun en verlichting. In het begin wisten alleen mijn vriend en ouders wat er echt speelde. Later wisten meer mensen het en eigenlijk reageerde niemand echt negatief. Het feit dat mijn ouders hadden aangegeven dat ze achter mij stonden, was het voor mij al prima. Ik maak me altijd druk over de reactie van mijn ouders, ik wil hen niet teleurstellen. Wat de rest van de wereld ervan vindt, vind ik dan niet meer zo belangrijk. Mijn vriend heeft me het meest gesteund op alle mogelijke manieren. Volgens mij had hij alleen een break van mij en mijn depressie als hij naar zijn werk ging. Hij sprak constant met me, vooral ‘s nachts. Hij deed alles in het huis. Hij zorgde echt voor me, ging mee naar de psycholoog en deed alles waarvan hij verder dacht dat het mij kon helpen. Mijn ouders belden veel, kwamen vaak langs, spraken veel met me of haalden me op. Dan lag ik bij hun op de bank om later in de avond weer naar huis te worden gebracht.’

UIT HET DAL ‘Toen ik eenmaal inzag en accepteerde dat het niet zomaar een dipje was maar dat er heel veel was opgekropt, nam ik me voor om er uit te komen. Ik heb altijd veel geschreven als het om mijn gedachten ging. Mijn hoofd zat altijd vol met gedachten. Zo begon ik weer van alles op te schrijven, probeerde een structuur te creëren in mijn leven en veel te praten met mijn vriend en ouders. Ik heb een paar maanden geprobeerd om mezelf beter te maken tot ik het gevoel kreeg dat ik niet meer verder kon en ben ik met een psycholoog gaan praten. Het was een zware periode maar ik heb er veel van geleerd. Ik heb tijdens deze periode en daarna mezelf heel goed leren kennen en voel mij door de hele ervaring veel sterker. Soms wenste ik alleen dat ik dingen eerder wist of had aangepakt, maar iedereen komt zichzelf een keer tegen. En dit was mijn keer.

Ik ben er trots op dat ik niet heel lang echt depressief thuis heb gezeten, dat ik nog leef en dat ik op dagelijkse basis redelijk goed mezelf uit een negatieve plek kan trekken als ik erin schiet. In mijn hoofd kan ik namelijk heel snel van goed naar heel slecht gaan en dat is een dagelijks iets. Soms heb ik het gevoel heb alsof ik de strijd ben aangegaan met een verslaving, omdat ik constant bewust bezig ben om een positieve mindset te hebben. Ook ben ik blij dat ik niet terug schiet in het meteen niets meer doen en alleen maar huilen in bed of iets in die geest wanneer er iets negatiefs gebeurt.’

TOEKOMST ‘Ik ben blij dat ik mezelf nu echt ken en dat ik voor mezelf leef en niet voor anderen. Met meer zelfvertrouwen dan dat ik in de afgelopen zeven jaar heb gehad. Positief, gelukkig en geliefd. Daarnaast ben ik mij ervan bewust dat er mindere dagen zijn en probeer ik die zo goed mogelijk op te vangen met alle methodes en technieken die ik ken. Ik weet niet altijd van tevoren wat werkt maar ik weet wel wat ik kan proberen om mij beter te voelen. Soms moet ik dus meer dingen proberen om mij weer neutraal of blij te voelen.’

Voor iedereen die zich in haar verhaal herkent, heeft ze een advies. ‘Praat erover. Geef niet op, zoek hulp als je voelt dat het teveel is. Zorg dat in ieder geval één persoon weet wat er speelt of laat in ieder geval één persoon je helpen. Onthoud dat je leven een doel heeft, dat je belangrijk bent en probeer de beste versie van jezelf te creëren.’

Shaneequa Ho A Tham (25) is geboren in Hoorn en opgegroeid in Amsterdam. Momenteel woont ze met haar vriend in Suriname. Ze werkt in een familiebedrijf, een bouw- en aannemersbedrijf. Naast werken geniet ze van het leven door leuke dingen te doen met de lieve en leuke mensen om haar heen. In haar blog Happy, Blessed & Loved wil ze anderen helpen om in een neutrale of happy place te komen. ‘Ik geloof dat de overstap van depressief naar gelukkig te groot kan zijn, daarom zie ik het zo dat er een tussenfase is, neutraal zijn. Daarnaast denk ik dat mijn blog mensen kan helpen om een beeld te geven van de gedachtegang van een depressief persoon. Natuurlijk denken niet alle (depressieve) mensen zoals ik. Maar ik denk wel dat mijn verhaal goed weergeeft waar je wat aan kan hebben als je iemand kent die depressief is.’

I’m just a young woman with an experience, with the knowledge that I gained from that experience, I’m trying to help others.

www.happyblessedandloved.com

Laat een bericht achter

Navigeer