Ruby was 17 jaar toen bij haar de diagnose lymfeklierkanker werd vastgesteld. Nieuws dat insloeg als een bom. Ze ging de strijd aan en het wordt opgeven kwam niet in haar vocabulaire voor.
Het verhaal van een jonge, dappere en inspirerende vrouw.
STRESS ‘Het was eind september 2009. Ik was onderweg samen met mijn beste vriendin om haar moeder ophalen op Schiphol Airport. Wat ik mij nog goed herinner is dat ik erg kortademig werd en steken op mijn borst kreeg. Waarom weet ik nog steeds niet, maar ik wou me niet laten kennen en ik hield me groot. Thuis bij mijn ouders aangekomen liet ik het masker vallen en barstte ik in huilen uit.
Mijn vader en ik hebben vervolgens de hele avond op de eerste hulp doorgebracht. Röntgenfoto’s en bloedonderzoeken wezen op niets uit. Uiteindelijk werd stress als oorzaak aangewezen en ik kreeg het advies om een week rust te nemen. Twee dagen later werd ik gebeld door een stagiaire die werkzaam was op de Eerste Hulp. Ze hadden toch iets afwijkends gezien en ik moest die dag terugkomen voor een CT-scan. Mijn vader zou met me meegaan.’
HET KANKER-ZIEKENHUIS ‘De longarts vertelde mij dat er op de foto een ‘gezwel’ tussen mijn hart en longen te zien was van zo’n 9 bij 12 cm. Er was voor de zekerheid een afspraak gemaakt in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis om kanker uit te sluiten. Op dat moment stortte mijn wereld compleet in. Antoni van Leeuwenhoek? Dat is toch het ziekenhuis voor mensen met kanker? Terwijl ik geen woord kon uitbrengen, pakte mijn altijd zo norse vader me stevig vast en begon te huilen. Achteraf denk ik dat ik daarvan nog het meest van geschrokken was.
De volgende dag moest ik voor een intake en verschillende onderzoeken naar het ‘kanker-ziekenhuis’. Na een beenmergpunctie en verschillende scans zat ik tegenover de longarts. Hij zuchtte diep en zei me dat hij niet vaak iemand van 17 jaar tegenover zich had zitten. Ik bleek een zeer agressieve lymfeklierkanker te hebben die niet operabel was. Hij verwees me door naar een oncoloog voor een hoge dosis chemotherapie.
Ik stond in de bloei van mijn leven en ineens stopte het. Ik wilde geen kanker. Ik was volledig verdoofd door een intens verdriet. De woorden “kaal worden” en “doodgaan” spookte door mijn hoofd. Veel tijd om na te denken had ik niet want 3 dagen later begon mijn behandeling al: 8 RCHOP-kuren met stootkuren Prednison en Rituximab om het nog wat aan te sterken.’
Ik besloot niet langer slachtoffer te zijn van kanker, maar te vechten tegen de gevolgen van deze rotziekte
VERTROUWEN ‘Acht loodzware chemokuren later was de kanker verdwenen, maar de persoon die ik was ook. Ik weet nog goed dat ik na mijn laatste chemotherapie in de spiegel keek. Ik zag een kaal, ziek en leeg persoon. Wie stond daar? Wie was dat? Waar is die vrolijke tiener? Wat was ik nog eigenlijk? Ik voelde geen blijdschap, alleen maar boosheid en angst voor herhaling. Maar hoe je het wendt of keert, ik moest hier doorheen. Ik besloot niet langer slachtoffer te zijn van kanker, maar te vechten tegen de gevolgen van die rotziekte. Tijdens de behandelingen onderga je alles en kan je niet vechten, dat doet het ziekenhuis voor je. Maar na dit alles moet je zelf weer vertrouwen krijgen in je lichaam en leven. Dit kreeg ik langzaam maar zeker terug. Ik begon met intensief sporten, at gezond en haalde mijn rijbewijs. Ook ging ik actief vrijwilligerswerk doen voor de KWF, KiKa en de Nederlandse Lymfeklierkanker stichting, dit om ‘lotgenoten’ wat hoop en liefde te geven vanuit mijn eigen ervaring.’
DANKBAARHEID ‘Nu 8 jaar later heb ik een normaal en fijn leven opgebouwd. Ik ben 3,5 jaar geleden getrouwd en heb zelfs mijn lieve zoon Mauro van inmiddels 2 jaar mogen verwelkomen. Ik ben dankbaar, krachtig en heel blij met alle kleine dingetjes in mijn leven. Door goed te relativeren en heel bewust te genieten, haal ik het maximale uit alles. Heel soms sla ik daar nog in door met mijn ‘sky is the limit’-waanzin. Maar mijn partner zet me dan gewoon weer met beide beentjes op de grond.’